De letters L,E en D staan voor ‘Light Emitting Diode’. Zo’n lichtgevende diode kun je vergelijken met een klein lichtpuntje dat al gloeit als je er heel weinig stroom naartoe stuurt. De Rus Oleg Losev deed deze ontdekking rond 1920. Hij ontwikkelde met zijn techniek een piepklein lampje dat fabrikanten later gingen gebruiken in elektrische apparatuur zoals radio’s en televisies. Nog steeds kun je deze oerversie van de LED terugvinden op moderne elektronica als lampje dat aangeeft dat een apparaat aanstaat. Pas in de jaren negentig werd de techniek verder ontwikkeld door de Japans-Amerikaanse natuurkundige Shuji Nakamura die de eerste experimentele LED-verlichting wist te maken. Rond 2000 kwamen de eerste lampen met deze nieuwe techniek in de winkels. In vergelijk met de traditionele gloeilamp waren ze nog erg duur, maar door de massaproductie daalde de prijs snel. De energiebesparing bleek zo groot dat de EU besloot dat de oude gloeilamp na een overgangsperiode niet meer geproduceerd mocht worden.
LED-lampen zijn tegenwoordig in alle soorten en maten verkrijgbaar. Natuurlijk voor je schemerlamp en de plafondlamp in de badkamer, maar ook voor de ingebouwde verlichting in je bergkast. Nieuwe auto’s worden ook steeds meer uitgerust met LED-verlichting aan de voor- en achterkant. Bij kampeerders zijn de oplaadbare varianten heel populair omdat je ze door hun lage stroomverbruik veel minder vaak hoeft op te laden. Heel bijzonder zijn de systemen met LED-lampen die je via wifi met je smartphone kunt bedienen. Het gepruts met loszittende lampjes van je kerstverlichting is verleden tijd als je overstapt op zo'n prachtige sliert LED-verlichting.
Door hun kleine formaat zijn LED-lampen zeer geschikt om in te bouwen in allerlei leuke hebbedingetjes voor kinderen. Wat dacht je bijvoorbeeld van een lichtgevende Pokemon of een nachtlampje in de vorm van je favoriete dier.