Bernard Foccroulle Orgelwerke (CD)

Bol

Bernard Foccroulle vervolgt hier zijn verkenning van de Noord-Duitse orgelcomponisten met een opname van de werken van Georg Böhm, een componist met wie J.S. Bach aan het eind van zijn adolescentie in contact was gekomen.Aan de voet van een manuscript van rond 1700 waarin hij stukken van Buxtehude, Reinken en Pachelbel had overgeschreven die model stonden voor zijn eigen composities, schreef de jonge Johannes Sebastian Bach dat hij een leerling was van Georg Böhm in Lüneburg. De orgelwerken van deze Noord-Duitse meester vormen in veel opzichten de voorbode van de eerste composities van de jonge J.S. Bach; het was ook duidelijk aan Böhm te danken dat Bach in contact kwam met de verschillende genres van de Franse muziek uit die tijd. Het Schnitger-orgel van de Grote Kerk te Alkmaar leent zich bijzonder goed voor dit repertoire dankzij de kracht en de kwaliteit van de soloregisters.

Bol Partner

Franz Tunder behoort tot de tweede generatie van Sweelincks erfgenamen; zijn aandeel in deze erfenis kwam voort uit zijn studie bij verschillende van Sweelincks leerlingen, Scheidemann inbegrepen. Het is mogelijk dat hij bij Frescobaldi in Italië heeft gestudeerd. Hij vervulde de functie van organist aan de Mariakerk in Lübeck en speelde daar op een prachtig Stellwagen-orgel. De composities van Tunder die bewaard zijn gebleven tonen duidelijk aan dat hij een overheersende positie innam in de ontwikkeling van de organistenkunst in Noord-Duitsland en op het gebied van de koraalfantasie in het bijzonder.