Choir & Orchestra Of The J.S. Bach Foundation, Rudolf Lutz Bach: Kantaten 37 (CD)

- 3 live opnamen - Uitgevoerd op historische instrumenten door het Koor en Orkest van de J.S. Bach Stichting onder leiding van Rudolf Lutz. - Uitgebreid boekje met Duitse cantateteksten, inleidingen bij elke cantate (in het Engels en Duits) en wetenschappelijke bijdragen van Dr. Anselm Hartinger en Rudolf Lutz. - Georg Poplutz (tenor) en Sebastian Noack (bas) als solisten (BWV 65). - Nuria Rial (sopraan) en Sebastian Noack (bas) als solisten (BWV 49). - David Erler (countertenor), Georg Poplutz (tenor) en Wolf Matthias Friedrich (bas) als solisten (BWV 114). - 'Zij zullen allen uit Scheba komen': dit verwijst naar de drie koningen. De muziek is overeenkomstig koninklijk en de cantate is voorzien van twee hoorns, twee blokfluiten en twee hobo's da caccia voor de blaasinstrumenten. - Opnieuw een orgelconcert - en een heel concert! Liefhebbers van dit klavierinstrument komen aan hun trekken met de cantate BWV 49. Maar het is veel meer dan 'zomaar' een orgelconcert: wat zich afspeelt binnen het stuk, dat slechts voor twee solostemmen is ontworpen, komt overeen met een religieus-erotische verbintenis zoals alleen de barok die had kunnen bedenken. Sommige mensen zouden willen dat Bach opera's had gecomponeerd. Dat heeft hij ook gedaan. BWV 49 getuigt daarvan. Tegelijk weet Bach al te aardse, vleselijke gedachten te pareren door de cantate met grote stoutmoedigheid te veredelen met wat waarschijnlijk een van de mooiste koralen is in de slotaria. - Het begin van de cantate BWV 114 staat haaks op ons moderne taalgebruik, en de koppeling van schuld, straf en troost is nog onduidelijker voor de verlichte geest van onze tijd. Althans op het eerste gezicht, of op het eerste gehoor, lijken grote vraagtekens met betrekking tot de inhoud van de cantatetekst gerechtvaardigd te zijn. Maar ook in dit geval blijkt de verkenning van de cantate vanuit het slotkoraal een mogelijke benadering voor een dieper begrip van de cantate, en Bachs bijna adembenemend heldere toonspraak draagt ertoe bij dat we lang en hard kunnen lijden in het 'Jammertal' (tenoraria nr. 2) en veel opgekropte zorgen en angsten van ons af kunnen werpen in de aria nr. 5.