James Ehnes & Andrew Armstrong Bartok: Works for Violin and Piano, Volume 2 (CD)

James Ehnes heeft eerder met veel lof de concerti voor viool en altviool van Béla Bartók verkend. Dit album is het tweede in zijn even succesvolle overzicht van Bartóks kamermuziek voor viool. Zijn begeleider is opnieuw Andrew Armstrong, een pianist die door critici wordt geprezen om zijn gepassioneerde expressie en duizelingwekkende techniek. De door folk geïnspireerde Sonate voor vioolsolo was het laatste werk dat Bartók voor het instrument schreef, en ook het meest uitdagende. In afwijking van zijn gewoonte werd dit werk niet geschreven voor een mede-Hongaar, maar voor een artiest die geboren was in New York, waar Bartók nu woonde: Yehudi Menuhin. Hij was onder de indruk van een recitaluitvoering door Menuhin van zijn eerste Vioolsonate en Bachs Sonate in C en aarzelde niet om de opdracht van de violist voor een sonate te accepteren die, net als die van Bach, onbegeleid zou zijn. Bijna een halve eeuw eerder had Bartók zijn Sonate voor viool en piano in E mineur geschreven. Het werd opgenomen in een concert dat werd gegeven door afstuderende studenten van de Liszt Academie in juni 1903, toen een criticus, die zich waarschijnlijk niet realiseerde hoezeer hij gelijk zou krijgen, Bartók bejubelde als 'een fenomenaal jong genie, wiens naam vandaag de dag slechts bij weinigen bekend is, maar die voorbestemd is om een grote en briljante rol te spelen in de geschiedenis van de Hongaarse muziek'. Daarnaast hebben we op dit album drie groepen van Bartóks Roemeense en Hongaarse volksdansen, volksliederen en volksmelodieën, gearrangeerd voor viool door Zoltán Székely, Tivadar Országh en Joseph Szigeti, vaak met directe betrokkenheid van de componist zelf die hielp de nieuwe arrangementen te verfijnen. James Ehnes belicht ook de Roemeense invloeden in Bartóks Sonatina voor piano, getranscribeerd voor viool door André Gertler, een leerling van Bartók.