Oliver Triendl, Nina Karmon, Stefan Fehlandt Complete Piano Chamber Music (2 CD)
Beschrijving
Bol Partner
Heinrich Hofmann (1842-1902) had een weinig spectaculair leven, maar boekte enkele spectaculaire successen. Hij werd in 1869 op 27-jarige leeftijd beroemd met zijn Parijse misdaadverhaal Cartouche; de eenakters van Jacques Offenbach waren toen erg populair in Berlijn. Hofmann hoefde voortaan geen pianoles meer te geven, maar kon leven van de opbrengst van zijn composities. Met zijn programmatische symfonie Frithjof (gebaseerd op een Noordse sage), de heroïsche opera Armin, (die eindigt met de overwinning van de Cherusken in het Teutoburgerwoud), en de geniale muzikale komedie Annchen von Tharau, (waarin een jonge theologiestudent het volkslied Annchen van de bejaarde tekstschrijver Simon Dach opkoopt), creëerde hij werken die in zijn tijd veelvuldig werden uitgevoerd en de tijdgeest van de jaren 1870 tot 1890 na de oprichting van het Duitse Rijk weerspiegelden. Maar zelfs zijn eervolle toelating tot de Berlijnse Kunstacademie kon niet verhinderen dat zijn werken vanaf de jaren 1890 minder vaak werden uitgevoerd. Na zijn dood raakte zijn muziek grotendeels in de vergetelheid.
Heinrich Hofmann (1842-1902) had een weinig spectaculair leven, maar boekte enkele spectaculaire successen. Hij werd in 1869 op 27-jarige leeftijd beroemd met zijn Parijse misdaadverhaal Cartouche; de eenakters van Jacques Offenbach waren toen erg populair in Berlijn. Hofmann hoefde voortaan geen pianoles meer te geven, maar kon leven van de opbrengst van zijn composities. Met zijn programmatische symfonie Frithjof (gebaseerd op een Noordse sage), de heroïsche opera Armin, (die eindigt met de overwinning van de Cherusken in het Teutoburgerwoud), en de geniale muzikale komedie Annchen von Tharau, (waarin een jonge theologiestudent het volkslied Annchen van de bejaarde tekstschrijver Simon Dach opkoopt), creëerde hij werken die in zijn tijd veelvuldig werden uitgevoerd en de tijdgeest van de jaren 1870 tot 1890 na de oprichting van het Duitse Rijk weerspiegelden. Maar zelfs zijn eervolle toelating tot de Berlijnse Kunstacademie kon niet verhinderen dat zijn werken vanaf de jaren 1890 minder vaak werden uitgevoerd. Na zijn dood raakte zijn muziek grotendeels in de vergetelheid.