Ensemble Masques & Olivier Fortin J.S. Bach: Ouvertures Suites (CD)
Beschrijving
Bol Partner
De orkestsuite, soms simpelweg 'ouverture' genoemd vanwege de imposante afmetingen van het openingsdeel, genoot grote populariteit in het begin van de achttiende eeuw, vooral in Midden-Duitsland. Bach had het genre in zijn jeugd ontdekt en cultiveerde het tot zijn late periode in Leipzig. Deze opname bevat zijn vier ouverturesuites, waaronder de beroemde Suite nr. 2 BWV 1067, die tot de late werken behoort. Talloze kopieerfouten in de instrumentale partijen suggereren dat dit stuk oorspronkelijk een toon lager was geschreven - in A mineur - en daarom waarschijnlijk voor een ander solo-instrument dan de dwarsfluit: in de huidige opname wordt deze eerste versie, gereconstrueerd aan de hand van de bovengenoemde aanwijzingen, uitgevoerd met solo-hobo. dit is een werk van sobere schoonheid, waarin contrapuntische vaardigheid en melancholische expressie op een zeer originele manier worden gecombineerd met de zorgvuldig berekende dansritmes', schrijft Peter Wollny in het begeleidende boekje.
De orkestsuite, soms simpelweg 'ouverture' genoemd vanwege de imposante afmetingen van het openingsdeel, genoot grote populariteit in het begin van de achttiende eeuw, vooral in Midden-Duitsland. Bach had het genre in zijn jeugd ontdekt en cultiveerde het tot zijn late periode in Leipzig. Deze opname bevat zijn vier ouverturesuites, waaronder de beroemde Suite nr. 2 BWV 1067, die tot de late werken behoort. Talloze kopieerfouten in de instrumentale partijen suggereren dat dit stuk oorspronkelijk een toon lager was geschreven - in A mineur - en daarom waarschijnlijk voor een ander solo-instrument dan de dwarsfluit: in de huidige opname wordt deze eerste versie, gereconstrueerd aan de hand van de bovengenoemde aanwijzingen, uitgevoerd met solo-hobo. dit is een werk van sobere schoonheid, waarin contrapuntische vaardigheid en melancholische expressie op een zeer originele manier worden gecombineerd met de zorgvuldig berekende dansritmes', schrijft Peter Wollny in het begeleidende boekje.