Hagai Shaham Arnon Erez Violin Sonatas 1 3 (CD)
Beschrijving
Bol Partner
Johannes Brahms (1833-97) was compromisloos zelfkritisch over zijn muzikale prestaties en was zich maar al te bewust van de lange schaduw van Ludwig van Beethoven over zijn creatieve output. Hij had zijn Scherzo in C gecomponeerd in 1853 voor een samenwerking met Robert Schumann en Albert Dietrich voor een vioolsonate, maar hij had vier sonates voor piano en viool afgedankt voordat hij voldoende tevreden was om een werk in dat genre, zijn Sonate Nr.1 in G major Op.78 (1878-9), te laten publiceren. Er verliepen ongeveer zeven jaar voordat Brahms terugkeerde naar het genre van de vioolsonate. Hij componeerde zijn Sonate nr. 2 in A-major op.100 in 1886 tijdens de eerste van drie zomervakanties in het dorp Hofstetten in de Zwitserse bergen waar de Aare uitmondt in het meer van Thun. In een opmerkelijke uitbarsting van vakantie-energie schreef hij daar ook zijn Tweede Cellosonate Op.99 en Derde Pianotrio Op.101, en een deel van zijn Derde Vioolsonate Op.108. Twee van Brahms' liederen op gedichten van Klaus Groth, het doorwrochte 'Komm bald' ('Kom spoedig') (Op.97 nr.5; 1885) en 'Wie Melodien zieht es mir leise durch den Sinn' ('Als melodieën stroomt het, zacht roept het door mijn geest') (Op.105 nr.1; 1886) komen in motivische gedaante voor in de twee hoofdthema's van het eerste deel van deze sonate. Brahms' Sonate nr.3 in D minor op.108 werd gecomponeerd tussen 1886 en 1888 en opgedragen aan de dirigent en pianist Hans von Bülow, die een voorvechter was van Brahms' oeuvre. Het verschilt van zijn voorgangers in die zin dat het langer is (vier delen in tegenstelling tot de driedelige structuur van de andere twee), dramatischer en veel breder van opzet; het is zelfs bijna symfonisch van schaal en is bijzonder opmerkelijk vanwege zijn brede scala van intense emotionele gevoelens.
Johannes Brahms (1833-97) was compromisloos zelfkritisch over zijn muzikale prestaties en was zich maar al te bewust van de lange schaduw van Ludwig van Beethoven over zijn creatieve output. Hij had zijn Scherzo in C gecomponeerd in 1853 voor een samenwerking met Robert Schumann en Albert Dietrich voor een vioolsonate, maar hij had vier sonates voor piano en viool afgedankt voordat hij voldoende tevreden was om een werk in dat genre, zijn Sonate Nr.1 in G major Op.78 (1878-9), te laten publiceren. Er verliepen ongeveer zeven jaar voordat Brahms terugkeerde naar het genre van de vioolsonate. Hij componeerde zijn Sonate nr. 2 in A-major op.100 in 1886 tijdens de eerste van drie zomervakanties in het dorp Hofstetten in de Zwitserse bergen waar de Aare uitmondt in het meer van Thun. In een opmerkelijke uitbarsting van vakantie-energie schreef hij daar ook zijn Tweede Cellosonate Op.99 en Derde Pianotrio Op.101, en een deel van zijn Derde Vioolsonate Op.108. Twee van Brahms' liederen op gedichten van Klaus Groth, het doorwrochte 'Komm bald' ('Kom spoedig') (Op.97 nr.5; 1885) en 'Wie Melodien zieht es mir leise durch den Sinn' ('Als melodieën stroomt het, zacht roept het door mijn geest') (Op.105 nr.1; 1886) komen in motivische gedaante voor in de twee hoofdthema's van het eerste deel van deze sonate. Brahms' Sonate nr.3 in D minor op.108 werd gecomponeerd tussen 1886 en 1888 en opgedragen aan de dirigent en pianist Hans von Bülow, die een voorvechter was van Brahms' oeuvre. Het verschilt van zijn voorgangers in die zin dat het langer is (vier delen in tegenstelling tot de driedelige structuur van de andere twee), dramatischer en veel breder van opzet; het is zelfs bijna symfonisch van schaal en is bijzonder opmerkelijk vanwege zijn brede scala van intense emotionele gevoelens.
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: