Het lichtschip (Paperback)
Beschrijving
Voor de bemanning van het lichtschip Texel is het leven voorspelbaar en gekenmerkt door een strikte routine. Met beperkte leefruimte en een geringe beloning doen de mannen hun werk: ze lopen wacht, verrichten weermetingen, noteren de namen van passerende schepen en zorgen ervoor dat het licht brandende blijft. Bij een storm is het schip aan de ketting verankerd, in dichte mist klinkt de misthoorn, en op heldere nachten zijn de sterren ontelbaar. Na vier weken van isolatie kijken de mannen reikhalzend uit naar de wal, waar ze voor even ontsnappen aan hun eenzame bestaan.
Centraal in de gemeenschap aan boord staat de kok, die drie keer per dag de maaltijden verzorgt. Het eten biedt een belangrijke vorm van troost en houvast in het leven op zee. Dit onveranderlijke patroon wordt plotseling verstoord wanneer de kok besluit om een levend geitenbokje mee aan boord te nemen om te slachten voor een stoofpot. De komst van dit jonge, speelse beest verstoort niet alleen de dagelijkse routine, maar zet ook de onderlinge verhoudingen op scherp. Wat aanvankelijk een welkome afwisseling lijkt, transformeert al snel in een bron van spanning die verborgen angsten naar boven haalt en niet zonder slachtoffers blijft.
Het lichtschip, verankerd in de Oostzee, heeft jarenlang de weg gewezen aan andere schepen. In deze laatste fase van dienst is er bijzondere bezoekers aan boord. Kapitein Freytag, een zwijgzame man, heeft zijn onwillige zoon meegenomen. De spanning aan boord stijgt wanneer de bemanning drie schipbreukelingen aan boord haalt. Tot hun schrik blijken deze mannen gewapende criminelen te zijn, onder leiding van de charmante maar gevaarlijke dokter Caspary, vergezeld door de twee broertjes Kuhl.
Tussen de bemanning van het lichtschip en de criminelen ontspint zich een kat-en-muisspel vol spanning en conflicten. Kapitein Freytag probeert koste wat het kost de rust te bewaren en deze laatste dienst zonder bloedvergieten tot een goed einde te brengen. Deze houding komt hem duur te staan, wanneer zowel zijn zoon als de rest van de bemanning twijfels beginnen te uiten over zijn bescheiden aanpak.
Siegfried Lenz (1926-2014), beschouwd als een van de grootste schrijvers in de naoorlogse Duitse literatuur, heeft met dit verhaal een indringende en wonderschone vertelling neergezet die de lezer meeneemt in een wereld van spanning, angst en menselijke veerkracht. De roman biedt een diepgaand inzicht in de psyche van de personages en hun onderlinge dynamiek binnen de beperkte ruimte van het lichtschip.
Voor de bemanning van het lichtschip Texel is het leven voorspelbaar en gekenmerkt door een strikte routine. Met beperkte leefruimte en een geringe beloning doen de mannen hun werk: ze lopen wacht, verrichten weermetingen, noteren de namen van passerende schepen en zorgen ervoor dat het licht brandende blijft. Bij een storm is het schip aan de ketting verankerd, in dichte mist klinkt de misthoorn, en op heldere nachten zijn de sterren ontelbaar. Na vier weken van isolatie kijken de mannen reikhalzend uit naar de wal, waar ze voor even ontsnappen aan hun eenzame bestaan.
Centraal in de gemeenschap aan boord staat de kok, die drie keer per dag de maaltijden verzorgt. Het eten biedt een belangrijke vorm van troost en houvast in het leven op zee. Dit onveranderlijke patroon wordt plotseling verstoord wanneer de kok besluit om een levend geitenbokje mee aan boord te nemen om te slachten voor een stoofpot. De komst van dit jonge, speelse beest verstoort niet alleen de dagelijkse routine, maar zet ook de onderlinge verhoudingen op scherp. Wat aanvankelijk een welkome afwisseling lijkt, transformeert al snel in een bron van spanning die verborgen angsten naar boven haalt en niet zonder slachtoffers blijft.
Het lichtschip, verankerd in de Oostzee, heeft jarenlang de weg gewezen aan andere schepen. In deze laatste fase van dienst is er bijzondere bezoekers aan boord. Kapitein Freytag, een zwijgzame man, heeft zijn onwillige zoon meegenomen. De spanning aan boord stijgt wanneer de bemanning drie schipbreukelingen aan boord haalt. Tot hun schrik blijken deze mannen gewapende criminelen te zijn, onder leiding van de charmante maar gevaarlijke dokter Caspary, vergezeld door de twee broertjes Kuhl.
Tussen de bemanning van het lichtschip en de criminelen ontspint zich een kat-en-muisspel vol spanning en conflicten. Kapitein Freytag probeert koste wat het kost de rust te bewaren en deze laatste dienst zonder bloedvergieten tot een goed einde te brengen. Deze houding komt hem duur te staan, wanneer zowel zijn zoon als de rest van de bemanning twijfels beginnen te uiten over zijn bescheiden aanpak.
Siegfried Lenz (1926-2014), beschouwd als een van de grootste schrijvers in de naoorlogse Duitse literatuur, heeft met dit verhaal een indringende en wonderschone vertelling neergezet die de lezer meeneemt in een wereld van spanning, angst en menselijke veerkracht. De roman biedt een diepgaand inzicht in de psyche van de personages en hun onderlinge dynamiek binnen de beperkte ruimte van het lichtschip.
Prijshistorie
Prijzen voor het laatst bijgewerkt op: