Yefim Bronfman, Cleveland Orchestra, Franz Welser Möst Brahms: Piano Concerto No.1 + 2 (DVD)
Beschrijving
Bol Partner
Het Cleveland Orchestra is de 'aristocraat onder de Amerikaanse orkesten' (The Telegraph) en zijn vorst, Franz Welser-Möst, regeert zijn onderdanen met een fluwelen handschoen. Fluweel en zijde blijven inderdaad opduiken in beschrijvingen van het geluid van de Clevelanders onder hun chef-dirigent. Het is Welser-Mösts behendige afwisseling tussen zachtheid en een klank die zo 'scherp is als een wolkenkrabber' (The Telegraph na de Brahms' Eerste tijdens het Londense Proms-concert van het orkest). Dat houdt het ensemble en het publiek figuurlijk scherp. Het Tweede Pianoconcert, voltooid in 1881, is het werk van een componist die bedreven is geraakt in het manipuleren van grote vormen. Brahms behandelt de solist als gelijkwaardige partner van het orkest. Yefim Bronfman heeft het griezelige vermogen om groots te spelen zonder schrilheid, om de meest delicate passages te hanteren zonder aan presentie in te boeten, en om alles daartussenin met een verrukkelijk gevoel voor klankkleur te spelen. Welser-Möst en Bronfman brachten pulserende energie in het tweede deel van het concerto, een Scherzo, en creëerden een oase van rust voor het derde deel, dat onmiddellijk overging in de geniale finale, waarvan de laatste akkoorden bijna werden uitgewist door gebrul van goedkeuring van het publiek. In zijn krachtige uitvoering van Piano Concerto No. 1 zat een verrassend element van woede, alsof de pianist even was losgeslagen. En toch was Bronfman ook volledig aanwezig en nam hij in ontspannen passages de tijd om van elke seconde te genieten. Welke van de twee concerti Bronfman het beste klopte is onmogelijk te zeggen. Beide partituren greep de pianist bij de lurven en bracht alle majesteit, rauwe kracht en exquise schoonheid naar voren.
Het Cleveland Orchestra is de 'aristocraat onder de Amerikaanse orkesten' (The Telegraph) en zijn vorst, Franz Welser-Möst, regeert zijn onderdanen met een fluwelen handschoen. Fluweel en zijde blijven inderdaad opduiken in beschrijvingen van het geluid van de Clevelanders onder hun chef-dirigent. Het is Welser-Mösts behendige afwisseling tussen zachtheid en een klank die zo 'scherp is als een wolkenkrabber' (The Telegraph na de Brahms' Eerste tijdens het Londense Proms-concert van het orkest). Dat houdt het ensemble en het publiek figuurlijk scherp. Het Tweede Pianoconcert, voltooid in 1881, is het werk van een componist die bedreven is geraakt in het manipuleren van grote vormen. Brahms behandelt de solist als gelijkwaardige partner van het orkest. Yefim Bronfman heeft het griezelige vermogen om groots te spelen zonder schrilheid, om de meest delicate passages te hanteren zonder aan presentie in te boeten, en om alles daartussenin met een verrukkelijk gevoel voor klankkleur te spelen. Welser-Möst en Bronfman brachten pulserende energie in het tweede deel van het concerto, een Scherzo, en creëerden een oase van rust voor het derde deel, dat onmiddellijk overging in de geniale finale, waarvan de laatste akkoorden bijna werden uitgewist door gebrul van goedkeuring van het publiek. In zijn krachtige uitvoering van Piano Concerto No. 1 zat een verrassend element van woede, alsof de pianist even was losgeslagen. En toch was Bronfman ook volledig aanwezig en nam hij in ontspannen passages de tijd om van elke seconde te genieten. Welke van de twee concerti Bronfman het beste klopte is onmogelijk te zeggen. Beide partituren greep de pianist bij de lurven en bracht alle majesteit, rauwe kracht en exquise schoonheid naar voren.