Swedish Radio Choir Nordic Sounds 2 (Super Audio CD)
Beschrijving
Bol Partner
In het midden van de negentiende eeuw leek Europa aan de vooravond te staan van een Gouden Eeuw van de koormuziek. Overal was er een verbazingwekkende opleving van muziek voor mannen- en vrouwenstemmen en voor gemengde koren. Al in 1810 schoten zangclubs, zangverenigingen en liedertafels als paddestoelen uit de grond in Berlijn, Leipzig, Frankfurt, Keulen en Wenen. De bekendste was de Liedertafel, in 1808 opgericht door Mendelssohn’s leraar Carl Friedrich Zelter, die aan het hoofd stond van de koortraditie die in de negentiende eeuw tot bloei kwam en nog niets aan kracht heeft ingeboet. Volgens de statistieken zingt niet minder dan tien procent van de negen miljoen inwoners in een koor. Värmland, de westelijke provincie van Zweden, staat zelfs bekend om zijn astronomische aantal van vijfhonderd koren! Een groot deel van het repertoire bestaat uit oude Zweedse volksliederen, een cultureel erfgoed dat in de negentiende eeuw een hernieuwde en sterke belangstelling kreeg. Componisten hebben ze sindsdien voor koor bewerkt, vaak in een toegankelijke, neoromantische volksliedstijl en instrofische vorm. Maar liederen werden ook bewerkt in een eigentijdse stijl en voor allerlei ensembles. Een van de bekendste namen in dit verband is die van Hugo Alfvén, de belangrijkste Zweedse componist van de twintigste eeuw. Hij werd bekend door zijn bevordering van Zweedse koormuziek en volksliederen in Europa, en door zijn vijf postromantische symfonieën en de Zweedse rapsodie Midsommarvaka (1904). Op de huidige opname worden traditionele Zweedse volksliederen gecombineerd met hedendaagse koormuziek.De meeste stukken zijn Zweeds, maar ook Denemarken (Jörgen Jersild) en Finland (Jaakko Mäntyjärvi) zijn vertegenwoordigd.
In het midden van de negentiende eeuw leek Europa aan de vooravond te staan van een Gouden Eeuw van de koormuziek. Overal was er een verbazingwekkende opleving van muziek voor mannen- en vrouwenstemmen en voor gemengde koren. Al in 1810 schoten zangclubs, zangverenigingen en liedertafels als paddestoelen uit de grond in Berlijn, Leipzig, Frankfurt, Keulen en Wenen. De bekendste was de Liedertafel, in 1808 opgericht door Mendelssohn’s leraar Carl Friedrich Zelter, die aan het hoofd stond van de koortraditie die in de negentiende eeuw tot bloei kwam en nog niets aan kracht heeft ingeboet. Volgens de statistieken zingt niet minder dan tien procent van de negen miljoen inwoners in een koor. Värmland, de westelijke provincie van Zweden, staat zelfs bekend om zijn astronomische aantal van vijfhonderd koren! Een groot deel van het repertoire bestaat uit oude Zweedse volksliederen, een cultureel erfgoed dat in de negentiende eeuw een hernieuwde en sterke belangstelling kreeg. Componisten hebben ze sindsdien voor koor bewerkt, vaak in een toegankelijke, neoromantische volksliedstijl en instrofische vorm. Maar liederen werden ook bewerkt in een eigentijdse stijl en voor allerlei ensembles. Een van de bekendste namen in dit verband is die van Hugo Alfvén, de belangrijkste Zweedse componist van de twintigste eeuw. Hij werd bekend door zijn bevordering van Zweedse koormuziek en volksliederen in Europa, en door zijn vijf postromantische symfonieën en de Zweedse rapsodie Midsommarvaka (1904). Op de huidige opname worden traditionele Zweedse volksliederen gecombineerd met hedendaagse koormuziek.De meeste stukken zijn Zweeds, maar ook Denemarken (Jörgen Jersild) en Finland (Jaakko Mäntyjärvi) zijn vertegenwoordigd.